Welfare biscuits

En krat uit mijn eigen collectie. Ieder krat bevatte twee Welfare beschuitblikken die door de Canadezen per truck naar bezet West-Nederland werden gebracht. Veel mensen geloven dat deze biscuitblikken door de bommenwerpers werden gedropt, maar dat was niet het geval.

In Londen kwamen in die periode alarmerende berichten binnen over de dreigende voedselschaarste in West-Nederland. Het werd duidelijk dat er voldoende voorraden moesten komen die direct beschikbaar konden zijn zodra West Nederland bevrijd kon worden.
Er werd een comité opgericht in London die de taak kreeg om uit te rekenen hoeveel voedsel er nodig was vanaf het moment dat West-Nederland bevrijd werd tot aan het moment dat de havens in Rotterdam weer operationeel zouden zijn en voedsel weer via de reguliere wegen het land kon bereiken.
Het rapport van het comité en druk van Generaal Eisenhower leiden ertoe dat Veldmaarschalk Montgomery de 21st Legergroep voedselvoorraden liet aanleggen in Zuid Nederland bij Oss en Den Bosch. De voorraden bevatten in totaal zo'n 30.000 ton voedsel.    

Generaal-Majoor John GW Clark had de leiding over de voedselopslag en had de taak om de vele verzoeken te weerstaan. Hij bracht de voorraad terug op 30.000 na de winter toen veel van de voorraad naar België en Duitsland was verdwenen. Toen op 2 mei operatie Faust begon was de voorraad geheel gevuld en daardoor kon de hulp snel op gang komen.

Op 2 mei was de 49ste Britse infanterie divisie gelegerd in de buurt van Arnhem. Luitenant John F. Abbott stond aan het hoofd van HQ platoon in de 482ste Infanteriebrigade, Royal Army Signal Corps. Hij kreeg de opdracht om een konvooi van 50 vrachtwagens te laden met voedsel. Met het voedsel gingen ze op weg naar Wageningen. De vrachtwagens waren voorzien van witte vlaggen aangezien ze de frontlinie zouden overschrijden. Bij Wageningen zag luitenant Abbott Prins Bernhard en een Duitse en Engelse generaal staan op de trappen van wat hem op het stadhuis leek. Het konvooi reed verder in de richting van de frontlinie. Bij de frontlinie passeerden ze een groep Nederlandse SS-soldaten. Deze mannen gedroegen zich erg vijandelijk. Ze gooiden bakstenen en stenen naar de voertuigen. De SS-ers waren nog steeds gewapend maar toch werd er geen schot gelost.

Nederlandse burgers wachtten in Rhenen op hen om de vrachtwagens uit te laden.
John Abbott: "Ik herinner me nog goed dat de weinige Nederlanders die de opdracht hadden gekregen om onze voertuigen uit te laden zo zwak van ondervoeding waren dat ze niet bij machte waren om de kisten te tillen. Uiteindelijk moesten we duitse soldaten erbij halen om te helpen met het uitladen. Die soldaten stonden daar niet om te springen en hadden wat aanmoediging nodig!"

De 49ste Britse Infanterie Divisie droeg niet alleen zijn steentje bij door het rijden van de vrachtwagens met voedsel naar Rhenen, maar de collectie die het rode kruis later hield onder de mannen van de divisie werd met veel enthousiasme ontvangen. Gemiddeld gaf de hele divisie een week's salaris. Prinses Juliana, kwam later namens het Rode kruis persoonlijk op bezoek bij de divisie om een woord van dank uit te spreken.

<< Terug     Ga verder >>