153 Squadron RCAF
John M. Stevenson (navigator) - door Peter Stevenson
Mijn vader (die gelukkig nog steeds leeft, hij wordt 79 over enkele maanden) kwam in dienst van de Royal Canadian Air Force in 1942.
Na de opleiding voor luchtmachtpersoneel werd hij naar een RAF squadron gestuurd in plaats van naar een RCAF squadron. De vraag bij de RAF om nieuw personeel was op dat moment namelijk groter.
Mijn vader kwam terecht bij een bemanning die bestond uit drie canadezen en vier engelsen. De naam van de piloot was McLarty.
Mijn vader vloog twee voedseldroppingen naar Rotterdam. Zijn eerste "manna-missie" was op 3 mei en zijn tweede op 7 mei.
Beide keren vloog hij in de Lancaster met het serienummer #NG 218.
Voordat operatie manna begon had mijn vader al 19 bombardementsvluchten op zijn naam staan. En ondanks dat ze voor hete vuren stonden tijdens die missies, heeft mijn vader daarvoor geen onderscheiding voor moed gekregen. Op een van de vluchten zaten er 31 kogelgaten in zijn deel van het vliegtuig. Mijn vader deed gewoon wat hij moest doen en veel anderen waren in die tijd een stuk slechter af dan hij.
Onderstaande is een kopie uit he boek "de 153ste Squadron" zoals in het engels is te lezen op: deze website
OPERATIE 'MANNA' - APRIL/MEI 1945
blz. 130
Een groot deel van Nederland was al in geallieerde handen, maar toch werd het westen van Nederland nog bezet gehouden door de Duitsers. In dat westerlijke deel van het land bevonden zich de grote steden zoals Amsterdam, Rotterdam en Den Haag.
De voedselvoorraden waren uitgeput en de burger bevolking, met name de ouderen, de zieken en de kinderen stierf van de honger.
De geallieerde planners hadden de situatie voorzien hadden een plan uitgewerkt waarbij er voedsel gedropt zou worden vanuit de lucht.
In de Lancaster bommenwerpers werden vier grote manden bevestigd in het bommenluik. In elke mand pasten 71 zakken waardoor de capaciteit 1.254 lbs per mand was. De inhoud bestond uit suiker, gedroogde eierpoeder, margarine, zout, kaas, vlees in blik, meel, gedroogde melk, koffie, graan, thee, chocolade met vitamine, aardappels, etc.
Al het voedsel kwam uit de reserve voorraden van het ministerie van voedsel.
Voordat het systeem met de manden was ontwikkeld werden er verschillende methoden uitgeprobeerd. Verschillende squadrons waren bij die tests betrokken, zo ook de 153ste. Vlucht luitenant Bill Langford herinnert zich:
"Op 21 april vloog ik 'V' voor Victor naar Netheravon, met een lading van verschillende goederen. De zakken hingen aan touwen op een Heath Robinson apparaat in het bommenluik. Wij moesten aan een verzameling van hoge heren van de RAF en het leger demonstreren hoe we voedsel konden droppen voor de noodlijdende Nederlandse bevolking. We naderden het vliegveld op ongeveer 200 voet. We hadden het landingsgestel neergelaten en de flaps uit om de snelheid zo veel mogelijk te verminderen. We vlogen richting een wit kruis op de grond en drukten op de knop... en toen ging het allemaal verkeerd! Zakken met erwten, blikken met vlees en allerhande producten regenden uit de lucht en vielen in een grote wolk naar beneden. De hoge heren renden naar alle kanten om een goed heenkomen te zoeken. Dat was niet zoals het was bedoeld! Maar 'het was wel allemaal op de juiste plek terecht gekomen'.
Een vergelijkbaar voorval deed zich voor bij Scampton na de lunch op 21 april. toen Flight Officer 'Red' Penman, vliegend met PA 264 (PA-3rd O) een succesvolle demonstratie gaf van het droppen van voedsel in bijzijn van de Marshall van de Royal Air Force, Lord Trenchard, die op bezoek was die dag. De MRAF (het allereerst hoofd van de luchtmachtstaf, beter bekend als de vader van de RAF) gaf later een opzwepende peptalk voor alle leden van de 153 en 625 Squadrons.
Pagina 131
De onderhandelingen met de Duitse bezetters voor een beperkte wapenstilstand gaven een opening om te beginnen met de voedseldroppingen. Het dodental in bezet Nederland begon inmiddels snel op te lopen dus de noodzaak was duidelijk aanwezig. Op vliegveld Scampton, net als op de andere vliegvelden die bij de operatie waren betrokken vlogen de bemanningen oefenvluchten om hun techniek te testen. Uiteindelijk op zondag 29 april werd het codewoord "Operatie Manna" uitgevaardigd. Dit was een inspireren de keuze want de term manna staat niet alleen voor het brood uit de hemel uit de bijbel, maar voor de hongerende bevolking in Nederland betekende het ook precies dat. 153 Squadron deed mee aan de operatie met 18 vliegtuigen die ieder 284 zakken met voedsel dropten op de droppingszone bij Den haag. Alle latere vluchten vloog het Squadron naar de renbaan Duindigt in Wassenaar. Over een periode van tien dagen die eindigde op 8 mei werden er 111 vluchten uitgevoerd, die werden verdeeld over de 40 actieve bemanningen. Daarbij werd 271 ton levensreddend voedsel gedropt. In totaal dropte de RAF .029,9 ton voedsel. De Amerikaanse luchtmacht USAAF deed haar bijdrage en dropte 4.155,8 ton.
Veel bemanningsleden hadden aanvankelijk de nodige reserveringen over hun deelname aan deze missies. Ze zouden bij daglicht gaan vliegen op een hele geringe hoogte. Daarbij waren ze duidelijk zichtbaar voor de duitse luchtafweer. Ze zagen hoe de lopen van de luchtafweerkanonnen hun vliegtuigen volgden toen ze overkwamen. Het ontvangst die de bemanningen kregen van de Nederlandse bevolking bracht de rust terug. Ze zagen de menigtes die zich verzamelden in de straten, op daken en in alle open plekken. Ze zwaaiden met alles wat ze maar konden vinden. Alle volgende vluchten werden rustig uitgevoerd op nog lagere hoogte.
Veel bemanningen gooiden behalve het voedsel uit de bomluiken ook hun eigen rantsoenen uit het vliegtuig, vaak met parachutes gemaakt van zakdoeken als een persoonlijke gift voor de Nederlandse kinderen. Ze zwaaiden terug naar de mensen onder hen. Nadat ze hun voedsel hadden gedropt bleven de vliegtuigen laag verder vliegen, zwaaiend met hun vleugels. De bommenrichters seinden het V voor Victory signaal met de Aldis signaallamp. Het werd een zorgenloze vrolijke gebeurtenis voor de bemanningen en velen konden niet geloven dat de Manna droppingen telden als operationele vluchten.
Voor de Nederlandse bevolking betekenden de voedseldroppingen niet alleen het einde van de hongersnood. Ze zagen lange rijen bommenwerpers extreem laag overkomen op klaarlichte dag; ze zagen dat de Duitse troepen niet het vuur openden op deze makkeijke doelwitten en zij trokken hun conclusies (die vreemd genoeg voor de bemanningen van de bommenwerpers niet zo duidelijk waren) - Dit was het historische moment die het einde van de oorlog betekende! Ze huldigend de vliegeniers als hun "bevrijders". De Nederlanders hebben nooit V/E day (victory in Europe) gevierd. Zij vieren hun eigen bevrijdingsdag op 5 mei.
Pagina 132
Op 8 mei - V/E day - die de einde van de oorlog in Europa betekende voerden de Squadrons hun laatste Manna droppingen uit.
<< BACK FORWARD >>
|